Jongste generatie wil liefst doneren aan beter milieu in tegenstelling tot ouders

Bron: persbericht Goede Doelen Merkenonderzoek 2021

Vraag jongeren welke goededoelenorganisatie zij financieel het liefst willen steunen, dan zijn dat waarschijnlijk organisaties voor natuurbehoud en milieubescherming. Deze argumenten zijn voor jongeren veel belangrijker dan voor hun ouders. De Dierenbescherming (1e) en de Dierenambulance (4e) staan in de top 5 van sterkste merken onder jongeren van 6 tot 18 jaar. Bij volwassenen vallen dezelfde organisaties buiten de top 10. Dit blijkt uit het Goede-Doelen-Merkenonderzoek 2021 van Hendrik Beerda Brand Consultancy onder 1.100 jongeren.

Top 10 sterkste* merken onder jongeren (+ positie onder volwassenen)

  1. (14) Dierenbescherming
  2. (11) Kinderpostzegels
  3. (5) Voedselbank
  4. (12) Dierenambulance
  5. (4) Wereld Natuur Fonds
  6. (3) KiKa
  7. (6) CliniClowns
  8. (1) KWF Kankerbestrijding
  9. (10) Ronald McDonald Kinderfonds
  10. (24) Nationale Postcode Loterij

*Bron: Goede Doelen Merkenonderzoek 2020-2021. Merkkracht is een gemiddelde van naamsbekendheid, waardering en binding.

Merkadviseur Hendrik Beerda over deze onderzoeksresultaten: ‘Jongeren zijn bezorgder over het klimaat dan hun ouders. Dat uiten zij op verschillende manieren. Dat bleek al uit de klimaatprotesten van de laatste jaren en ook dit onderzoek laat zien dat organisaties voor natuurbehoud en milieubescherming bij hen top of mind zijn. De Dierenbescherming is zelfs het sterkste goededoelenmerk. Maar liefst één op de drie jongeren is bereid om aan de Dierenbescherming te doneren. De goede naam is te danken aan het tastbare, sympathieke werk en de betrouwbaarheid die de organisatie uitstraalt.’

Top 10 donatie-intentie onder jongeren

  1. KiKa: 43%
  2. Dierenbescherming: 34%
  3. KWF Kankerbestrijding: 32%
  4. Dierenambulance: 29%
  5. Wereld Natuur Fonds: 28%
  6. CliniClowns: 27%
  7. Ronald McDonald Kinderfonds: 27%
  8. Voedselbank: 25%
  9. Kinderpostzegels: 18%
  10. KNGF Geleidehonden: 17%

43% van de jongeren wil aan KiKa doneren

Naast het sterkste goededoelenmerk, is jongeren ook gevraagd aan wie zij het liefst zouden doneren. En ondanks dat de Dierenbescherming de meest zichtbare en hoogst gewaarde goededoelenorganisatie is onder jongeren, zijn zij nóg eerder geneigd om aan KiKa een donatie te doen. ‘KiKa heeft met 43 procent een nog groter potentieel aan jongerendonateurs. Jongeren leven het meest mee met leeftijdgenoten die ziek zijn door kanker’, aldus Beerda.

Internationale hulp is voor jongeren minder belangrijk

Opvallend is het zwakke imago van internationale hulporganisaties bij jongeren. De reputatie top 50 bevat slechts 11 internationale hulporganisaties, waarvan alleen UNICEF (12e) en War Child (19e) in de top 20 staan. De andere 9 organisaties bungelen onderaan de ranglijst, vanaf plaats 40.

Hendrik Beerda: ‘Ondanks dat de wereldgebeurtenissen steeds zichtbaarder worden voor jongeren via alle media, worden zij vooral geraakt door de dingen die in hun directe leefomgeving gebeuren. Voor internationale goede doelen is het van groot belang om jongeren meer besef bij te brengen van het belang om mensen in verre landen te steunen als zij in nood zijn.’

Advies jongeren: meer voorlichting op scholen

In het onderzoek is ook gevraagd hoe jongeren meer betrokken kunnen raken bij goede doelen. Het meest genoemde advies is meer uitleg geven wat goede doelen precies doen én hoe het geld wordt besteed. Scholen vinden zij de meest effectieve plek voor voorlichting. 33 procent leert nu al op school over charitatief werk. Alleen familie en vrienden zijn een nog iets belangrijkere informatiebron (35 procent).  ‘Vooral internationale hulporganisaties hebben er baat bij om hun voorlichtingsfunctie op scholen te versterken. Nu is er te weinig zicht op de effectiviteit van noodhulp en structurele ondersteuning van arme landen en daardoor een te lage donatie-intentie’, aldus Hendrik Beerda.

Onderzoek onder 1.100 jongeren van 6 tot 18 jaar

Het Goede Doelen Merkenonderzoek is in 2010 met de Universiteit van Amsterdam ontwikkeld. Sindsdien zijn ruim 13.000 respondenten voor het onderzoek ondervraagd. Het onderzoek wordt in eigen beheer uitgevoerd en heeft geen opdrachtgever of andere belanghebbende. In 2021 is het onderzoek voor het eerst ook onder jongeren uitgevoerd.

Goede kans op herstel cultuursector ondanks miljardenverlies

Bron: persbericht Cultuursector Merkenonderzoek Provincies 2021

Een grotere bekendheid, meer waardering en een sterkere binding geven cultuurinstellingen een goede uitgangspositie om de miljarden aan omzetverlies te boven te komen. Ondanks de vele festivalannuleringen en langdurige sluitingen, betaalt de alternatieve zichtbaarheid van cultuurinstellingen tijdens de coronacrisis zich duidelijk uit. Dit blijkt uit het tweejaarlijkse Cultuursector-Merkenonderzoek van Hendrik Beerda Brand Consultancy onder 10.000 mensen. Online programmering, social media campagnes en ludieke acties wakkerden het verlangen sterk aan. In Zuid-Holland met onder andere het Delftse Theater de Veste, steeg de merkkracht zelfs met meer dan 10 procent. In Noord-Holland daarentegen, moesten veel cultuurinstellingen inboeten in merkkracht.

Onderzoek onderstreept dat dvd-opmerking minister de Jonge misplaatst was
‘Het onderzoek onderstreept heel duidelijk hoe onmisbaar cultuur is in het leven van de Nederlander. Het is niet zomaar te vervangen door het kijken van een dvd’tje, zoals minister de Jonge tijdens een persconferentie in mei suggereerde’, aldus merkadviseur Hendrik Beerda. ‘Door de maandenlange sluitingen is het gemis aan culturele ervaringen bij jong en oud heel duidelijk naar voren gekomen. Tegelijkertijd hebben de instellingen tijdens de sluitingen het verlangen goed aangewakkerd door continu contact te houden met de bevolking. In media-optredens op radio en televisie, online campagnes en via social media.’

Theater de Veste in Delft ziet toekomstperspectief het meest groeien
In groeiprovincie nummer één Zuid-Holland is het Delftse Theater de Veste de coronasluiting het best doorgekomen. Merkadviseur Hendrik Beerda over dit onderzoeksresultaat: ‘Hoewel het financieel ongetwijfeld nu nog heel zwaar zal zijn voor dit theater, ziet de toekomst er voor de langere termijn positief uit. Meer mensen weten sinds corona van het bestaan van Theater de Veste en veel meer mensen hebben belangstelling gekregen om het theater te bezoeken. Hetzelfde geldt voor de meeste andere Nederlandse cultuurinstellingen. Zodra alle coronamaatregelen weer voorbij zijn, is het zaak om de toegenomen interesse te verzilveren in een fikse bezoekersgroei.’

Ontwikkeling draagvlak* cultuursector per provincie (2019-2021)

  1. Zuid-Holland: +11%
  2. Zeeland: +9%
  3. Drenthe: +9
  4. Flevoland: +9%
  5. Friesland: +9%
  6. Limburg: 8%
  7. Noord-Brabant: 7%
  8. Utrecht: +2%
  9. Overijssel: +2%
  10. Gelderland: gelijk
  11. Groningen: -1%
  12. Noord-Holland: -11%

* Draagvlak is berekend op basis van de merkkracht van de 50 bekendste cultuurorganisaties per provincie. Merkkracht bestaat uit 3 dimensies: 1. naamsbekendheid, 2. waardering voor de organisatie en 3. gevoel van binding met de organisatie.

Amsterdamse cultuursector uit de gratie, vooral de filmhuizen en IDFA
Opvallende uitkomst van het onderzoek is de sterke terugval van de Amsterdamse cultuursector. Door het wegvallende, buitenlandse toerisme hebben veel hoofdstedelijke cultuurinstellingen het al zwaar. Nu blijkt dat ook onder de hoofdstedelijke bevolking en in de omliggende provincie het bezoekerspotentieel fors is afgekalfd in coronatijd. Hendrik Beerda: ‘Eerder dit jaar bleek al dat de stad Amsterdam zijn aantrekkingskracht verliest, en dan vooral onder de eigen bewoners. Het nieuwe onderzoek toont aan dat niet alleen de Amsterdammer, maar ook de overige Noord-Hollanders steeds minder positief denken over het culturele aanbod in de stad. Vooral de Amsterdamse filmsector, met filmhuizen als Kriterion, Het Ketelhuis, The Movies en documentairefestival IDFA verliezen enorm veel terrein in deze crisistijd.’

Onderzoek onder 10.000 respondenten
Het Cultuursector Merkenonderzoek is in 2006 met de Universiteit van Amsterdam ontwikkeld. Het onderzoek wordt in eigen beheer uitgevoerd en heeft geen opdrachtgever of andere belanghebbende. Voor het onderzoek van 2021 zijn 10.000 respondenten in twee fasen ondervraagd. Eerst is de spontane bekendheid van alle Nederlandse cultuurorganisaties onderzocht. Daarna is per provincie voor de 50 bekendste organisaties navraag gedaan naar hun geholpen bekendheid, waardering en binding.

Zomervakantie ook dit jaar het liefst in eigen land

Bron: persbericht Vakantie Merkenonderzoek 2021

Als iedereen na 15 mei weer mag reizen naar het buitenland, gaat de voorkeur van de meeste Nederlanders toch uit naar een ‘veilige vakantie’ in eigen land. Dit blijkt uit het Vakantie-Merkenonderzoek van Hendrik Beerda Brand Consultancy onder 12.000 Nederlanders. Degenen die wél de grens overgaan, verkiezen de auto boven het vliegtuig. De Ardennen en Duitsland worden dan gezien als de veiligste opties.

‘Het coronajaar heeft ons overduidelijk voorzichtiger gemaakt. Nederlanders spelen deze zomer liever op safe als het gaat om de vakantiebestemming’, aldus merkadviseur Hendrik Beerda. ‘Zelfs de vakantiegangers over de grens komen niet veel verder dan de ‘veilige havens’ Duitsland en de Ardennen. We moeten eerst even vertrouwen tanken, voordat we weer massaal met het vliegtuig naar verre oorden vertrekken’.

Veluwe favoriete streek bij jong en oud, maar jongvolwassenen gaan liever op stedentrip
De Veluwe lijkt als vakantielocatie onder senioren het meest te profiteren van de voorzichtigheid in boekingen. Hoewel zij de horeca hier erg mager vinden, zorgt het natuurschoon met de wandel- en fietsmogelijkheden ervoor dat deze streek de favoriete vakantiebestemming is. Jongvolwassenen vinden de Veluwe weliswaar ook de mooiste streek, maar – na alle coronabeperkingen – verkiezen zij een feestje boven rust. Een stedentrip staat duidelijk bovenaan de verlanglijst van 18- tot 30-jarigen, en dan bij voorkeur in Amsterdam.

Favoriete vakantielanden, -streken- en provincies in coronatijd

  1. Nederland
  2. Veluwe
  3. Limburg
  4. Gelderland
  5. Ardennen
  6. Zuid-Limburg
  7. Noord-Brabant
  8. Zeeland
  9. Duitsland
  10. Noord-Holland

Utrecht is vooral een dagbestemming en geen vakantiebestemming
Opmerkelijk is dat de stad Utrecht totaal ontbreekt in de top 100 van favoriete vakantiebestemmingen. ‘Terwijl uit recent onderzoek is gebleken dat Utrecht de aantrekkelijkste stad is volgens de Nederlander, heeft de stad te weinig te bieden voor een vakantie. Het wordt eerder gezien als dagbestemming voor winkelen, horeca- en festivalbezoek. Gezinnen met kinderen gaan na een bezoek aan Het Spoorwegmuseum de stad weer uit’, zegt Beerda.

Volgens Beerda heeft Utrecht een sterke toeristentrekker nodig om meer toeristen te trekken: ‘Amsterdam kan hierbij als voorbeeld dienen. Deze stad heeft als favoriete vakantiestad op alle fronten het beste aanbod. Of het nu gaat om cultuur, winkelen, architectuur of uitgaan. De nummers twee en drie, Maastricht en Scheveningen, hebben naast hun kernaanbod van respectievelijk bourgondische sfeer en strandrecreatie ook een aantrekkelijk horeca-aanbod, waardoor mensen er langere tijd willen verblijven.’

Favoriete vakantieplaatsen in coronatijd

  1. Amsterdam
  2. Maastricht
  3. Scheveningen
  4. Den Haag
  5. Rotterdam

Onderzoek onder 12.000 volwassen Nederlanders
Het Vakantie Merkenonderzoek is met de Universiteit van Amsterdam ontwikkeld en meet de reputatie van de favoriete vakantiebestemmingen van de Nederlandse bevolking. Het onderzoek wordt in eigen beheer uitgevoerd en heeft dus geen opdrachtgever of andere belanghebbende. Voor het onderzoek zijn in 2021 12.000 volwassenen ondervraagd. Het onderzoek kent twee fasen. Eerst wordt de spontane bekendheid van alle (binnen- en buitenlandse) vakantiebestemmingen onderzocht. Daarna worden de 100 meest genoemde landen, provincies, streken en plaatsen op 43 factoren onderzocht: merkkracht (= geholpen bekendheid, waardering en binding), merkpersoonlijkheid (16 factoren), merkprestatie (21 factoren), bezoekintentie, bezoek en groeiverwachting.

Marktleider Albert Heijn verliest rap aan reputatie door te zelfverzekerde houding

Bron: persbericht Retail Merkenonderzoek 2021

Een boerenopstand bij het Albert Heijn distributiecentrum, coronaboetes voor leveranciers die niet op tijd leveren en winkelbeveiligers die hardhandig optreden tegen klanten zonder mondkapje. De incidenten stapelen zich op en worden breed uitgemeten in de media. Niet zonder gevolg voor de reputatie van de grootgrutter, blijk uit de 7e editie van het Retail-Merkenonderzoek van Hendrik Beerda Brand Consultancy. In het jaarlijkse onderzoek stond Albert Heijn vanaf 2017 steevast op plaats twee in de lijst, maar sinds de corona-uitbraak is het plotsklaps de grootste daler in merkwaarde. Volgens de 1.500 ondervraagden komt de grootste supermarktketen van Nederland als te zelfverzekerd over.

Voor het eerst in 5 jaar tijd is de top drie van sterkste retailmerken van Nederland veranderd. Bol.com staat nog onbetwist aan kop. Kruidvat en Hema claimen plaats twee en drie. Albert Heijn zakt voor het eerst in 5 jaar naar de vierde plaats. Het bedrijf is zelfs de grootste daler van alle onderzochte retailmerken.

Merkadviseur Hendrik Beerda hierover: ‘De grootste supermarktketen van Nederland met exploderende winsten wordt in deze zware tijden als te zelfverzekerd, en dus eigenlijk als té arrogant, ervaren. Terwijl juist in coronatijd de creativiteit van ondernemers het onderscheid kan maken. Het advies aan Albert Heijn is dan ook om een deel van de coronawinst te investeren in een charmeoffensief. Meer inzetten op sympathieke acties zoals het steunen van lokale restaurants in het koelvak of een coronabonus voor personeel helpt om de neerwaartse reputatiespiraal om te buigen.’

Top 5 sterkste retailmerken van Nederland 2021 (+ positie in 2020)
1. (1) bol.com
2. (3) Kruidvat
3. (7) HEMA
4. (2) Albert Heijn
5. (5) Action

Sterkste dalers in merkkracht 2020-2021
1. Albert Heijn
2. Keurslager
3. Boots
4. Prénatal
5. MediaMarkt

‘AliExpress grootste gevaar voor Nederlandse retailketens’
In tegenstelling tot Albert Heijn, zijn het Amazon en AliExpress die oprukken. Uit het niet betreedt de Chinese webgigant AliExpress in 2021 de ranglijst van sterkste retailmerken op plaats 38. De vijfde positie op de ranglijst van verwachte groeiers laat zien dat van AliExpress het grootste gevaar uitgaat voor de bestaande spelers in de Nederlandse retailmarkt. Sinds 2015 wordt de top 10 van verwachte stijgers in populariteit door vrijwel dezelfde partijen ingevuld. De nummers één en twee zijn zelfs al zes jaar gelijk: bol.com en Action.

Top 10 retailmerken met de hoogste groeiverwachting in 2021 (+ positie in 2020)
1. (1) bol.com
2. (2) Action
3. (4) Kruidvat
4. (3) Coolblue
5. (-) AliExpress
6. (6) Jumbo
7. (9) Amazon
8. (5) IKEA
9. (7) Lidl
10. (8) Albert Heijn

Amazon sterkste stijger
De ranglijst van hardste stijgers in merkwaarde wordt in 2021 ingenomen door Amazon. In de periode 2015-2020 steeg de Amerikaanse online retailer gestaag van de 80e naar de 62e plaats in de top 100 van meest waardevolle retailers die in Nederland actief zijn. In coronatijd neemt Amazon een spurt naar de 49e positie. ‘Toch is er nog veel terrein te winnen voor Amazon’, aldus merkadviseur Beerda. ‘Qua online winkelgemak worden vijf webwinkels beter beoordeeld dan Amazon, waaronder bol.com, Coolblue, 123inkt.nl en wehkamp. Het blijkt dat de Nederlandse consument nu nog het meeste vertrouwen heeft in een webwinkel van Nederlandse origine.’

Top 5 stijgers in merkkracht 2020-2021
1. Amazon
2. Rituals
3. Holland & Barrett
4. ZARA
5. 123inkt.nl

Onderzoek onder 11.400 respondenten sinds 2015
Het Retail Merkenonderzoek is met de Universiteit van Amsterdam ontwikkeld en wordt sinds 2015 jaarlijks uitgevoerd. Voor het onderzoek zijn sindsdien 11.400 respondenten ondervraagd. Over de 100 grootste retailmerken in omzet wordt navraag gedaan naar de kracht en het imago. Elk merk wordt op 40 factoren onderzocht: merkkracht (= bekendheid, waardering en binding), merkpersoonlijkheid (16 factoren), merkprestatie (18 factoren), aankoopintentie, aankoop en groeiverwachting.

Amsterdammers zijn eigen stad beu door coronaslot

Bron: persbericht Steden & Streken Merkenonderzoek 2021

Jarenlang leek de koppositie van Amsterdam als favoriete stad onaantastbaar, maar de coronacrisis heeft de stad naar de derde plek verdreven. Utrecht en Maastricht zijn nu voor het eerst populairder dan de hoofdstad voor de gemiddelde Nederlander. De Amsterdammer mist de reuring nu de stad in lockdown zit, terwijl het vóór de coronacrisis juist klaagde over de drukte door het toerisme. Middelgrote steden met een historisch centrum blijven in trek, terwijl voorsteden uit de gratie raken door een gebrek aan cultuur en sport. Maastricht heeft de hoogste bewonerstevredenheid. Dit blijkt uit het Steden-Streken-Merkenonderzoek van Hendrik Beerda Brand Consultancy onder 77.500 Nederlanders.

Gemeenten met de sterkste reputatie onder de gemiddelde Nederlander in 2021 (vergeleken met 2011)

1. (3) Utrecht
2. (2) Maastricht
3. (1) Amsterdam
4. (6) Rotterdam
5. (5) ‘s-Hertogenbosch
6. (4) Den Haag
7. (7) Groningen
8. (10) Nijmegen
9. (12) Haarlem
10. (11) Breda

Bron: Steden & Streken Merkenonderzoek 2011-2021. De ranglijst is samengesteld op basis van de merkkracht van de 100 grootste gemeenten, gemeten onder de gemiddelde Nederlander van 18 jaar en ouder. Merkkracht is een gemiddelde van naamsbekendheid, waardering en binding

Inwoners middelgrote, historische steden genieten meest van stadsleven
Van de gemeenten met meer dan 100.000 inwoners geeft men in Maastricht, Groningen en ’s-Hertogenbosch het hoogste rapportcijfer aan de eigen stad. Ook bij de eerste onderzoeksmeting van tien jaar geleden scoorden deze steden hoog. ‘Of het nu boven of beneden de rivieren is, in de middelgrote, historische stad ervaart de inwoner de menselijke maat. Zelfs in coronatijd is men er tevreden door de fijne sfeer, ondanks dat de voorzieningen nu veel kariger zijn dan normaal’, zegt Hendrik Beerda.

Daling imago Amsterdam onder eigen inwoners in stroomversnelling
‘Van de drie grote steden heeft alleen Amsterdam lange tijd een top 10 positie bekleed onder bewoners. De ingezette daling in bewonerstevredenheid is tijdens de coronacrisis in een stroomversnelling gekomen. Amsterdammers werden steeds minder blij met de toeristenstromen en prijsstijgingen, maar nu keldert het imago door het gemis aan reuring en culturele activiteiten.’

Gemeenten met de sterkste reputatie onder de eigen inwoners (vergeleken met 2019)

1. (2) Maastricht
2. (3) Groningen
3. (1) ‘s-Hertogenbosch
4. (7) Haarlem
5. (5) Delft
6. (8) Breda
7. (4) Zwolle
8. (15) Leiden
9. (9) Utrecht
10. (6) Nijmegen
11. (10) Apeldoorn
12. (14) Leeuwarden
13. (12) Amersfoort
14. (19) Arnhem
15. (11) Rotterdam
16. (17) Den Haag
17. (18) Tilburg
18. (16) Westland
19. (21) Eindhoven
20. (13) Amsterdam

Bron: Steden & Streken Merkenonderzoek 2019-2021. De ranglijst is samengesteld op basis van de merkkracht van de 30 grootste gemeenten, gemeten onder de eigen inwoners van 18 jaar en ouder. Merkkracht is een gemiddelde van naamsbekendheid, waardering en binding.

Gemis aan cultuur en sport maken voorsteden onbemind
Sinds het uitbreken van de coronacrisis hebben veel voorsteden het zwaar te verduren. Leidschendam-Voorburg verloor in coronatijd zijn glans en denderde maar liefst 22 plaatsen naar beneden in de top 100 van aantrekkelijkste gemeenten. De fusiegemeente, die in 2002 ontstond, staat nu zelfs op plek 79. Merkadviseur Hendrik Beerda verklaart: ‘De meeste groeisteden scoorden al mager door het ontbreken van historische allure en een rijk cultuuraanbod. In coronatijd komt daarbij dat mensen in deze steden de nodige recreatieve voorzieningen en omringende natuur missen. Om deze gemeenten er naar alle lockdowns weer bovenop te krijgen, is de ontwikkeling van een onderscheidend cultuur- of sportaanbod broodnodig.’

Onderzoek onder 77.500 volwassen Nederlanders
Het Steden & Streken Merkenonderzoek monitort de reputatie van de 100 grootste gemeenten en van alle streken en provincies. Het onderzoek is in 2011 met de Universiteit van Amsterdam en de Universiteit Utrecht ontwikkeld. Voor het onderzoek zijn sindsdien 77.500 volwassenen ondervraagd. De gemeenten worden gemonitord op de volgende factoren: merkkracht (bestaande uit naamsbekendheid, waardering en binding), merkpersoonlijkheid (16 factoren), merkprestatie (21 factoren), bezoek, bezoekintentie en groeiverwachting. Onder de inwoners van de 30 grootste gemeenten en van alle provincies wordt op 13 aanvullende factoren navraag gedaan naar het woonplezier.

Nieuw Vakantie Merkenonderzoek gestart

Vanaf 2021 wordt de reputatie van Nederland én de Nederlandse gemeenten, streken en provincies in een internationaal perspectief gemeten met het Vakantie-Merkenonderzoek.

Het onderzoek kent 2 fasen:

  1. Meting van de spontane bekendheid van gemeenten, streken, provincies en landen als bestemming voor een korte of lange vakantie
  2. Vervolgonderzoek op 43 reputatiefactoren voor de 100 spontaan bekendste (Nederlandse en buitenlandse) vakantiebestemmingen

De 43 factoren waarop de 100 spontaan bekendste vakantiebestemmingen worden gemeten zijn: merkkracht (bestaande uit geholpen bekendheid, waardering en binding), merkpersoonlijkheid (16 factoren), merkprestatie (21 factoren), bezoek, bezoekintentie en groeiverwachting

Niet eerder zoveel enthousiasme voor museum en theater als in coronajaar

Bron: persbericht Continu Bezoekersonderzoek 2010-2021

Met een gemiddeld rapportcijfer van 8,5 behaalden de Nederlandse musea en theaters in 2020 de hoogste waarderingsscore ooit. Tussen de eerste en tweede lockdown voelden cultuurbezoekers zich vooral zeer veilig binnen de museum- en theatermuren. Ook de rust in zalen en gangen droeg bij aan de hogere waardering. Wat bezoekers betreft zijn verdere corona-aanscherpingen bij podia en musea daarom volstrekt onnodig. Dit blijkt uit grootschalig bezoekersonderzoek in de cultuursector door Hendrik Beerda Brand Consultancy. Sinds 2010 hebben 340.000 bezoekers aan het onderzoek deelgenomen voor 350 cultuurorganisaties.

Om de tevredenheid onder cultuurbezoekers te meten, is gevraagd of zij de bezochte cultuurorganisatie aan hun omgeving aanbevelen. Tussen 2010 en begin 2020 steeg het aandeel ‘actieve cultuurpromotors’ gestaag van 38 naar 42 procent. Sinds de heropening in juni van een deel van de musea en podia is deze promotiefactor door het dak gegaan en stond in december 2020 op 53 procent. Tegelijk is het aandeel criticasters met 6 procent nooit eerder zo laag geweest.

Hoogste waardering in tien jaar
Merkadviseur Hendrik Beerda: ‘De Nederlandse cultuurbezoeker heeft oog voor alle maatregelen die zijn getroffen in de sector. Online kaartverkoop, spreiden van bezoekers door tijdsloten, goede looprichtingen in de gebouwen. De maatregelen worden duidelijk op waarde geschat.’ Dat cultuurorganisaties zeer gewaardeerd worden, blijkt ook uit het rapportcijfer dat zij van de bezoekers krijgen. Op een schaal van 1 tot 10 behalen musea en theaters in 2020 een 8,5. Tien jaar geleden lag de waardering met een 8,2 iets lager.

Bron: Continu Bezoekersonderzoek 2010-2020. Vraagstelling: Hoe waarschijnlijk is het dat u ons zult aanbevelen bij andere mensen? (0 = zeer onwaarschijnlijk, 10 = zeer waarschijnlijk). Respondenten die de score 9 of 10 geven, worden als promotor aangemerkt en degenen met score 0 t/m 6 als criticaster.

Cultuurbezoeker verwacht geen extra aanpassingen
Een van de redenen dat veel cultuurliefhebbers een bezoek aan anderen aanbevelen is het gevoel van veiligheid dat men tijdens het bezoek in een anderhalvemetersituatie heeft ervaren. Maar liefst 85 procent van de ondervraagde bezoekers zegt zich veilig tot zeer veilig te voelen tijdens een bezoek in coronatijd. Beerda: ‘Musea en theaters hebben alles uit de kast getrokken om de veiligheid van werknemers en bezoekers te waarborgen. Dat slechts 4 procent zich onveilig tot zeer onveilig voelt zegt een hoop. Van cultuurinstellingen wordt op dit moment niet verwacht dat zij nóg meer actie ondernemen.’

Meer afstand tussen de bezoekers optimaliseert het gevoel van veiligheid
Twee derde van de bezoekers vindt dat er geen enkele aanpassing nodig is om een bezoek aan een museum of theater veiliger te maken. De verbeterpunten die door de overige bezoekers het vaakst genoemd worden zijn: een grotere afstand tussen de bezoekers (14 procent), minder bezoekers in de zaal/zalen (10 procent) en minder aanraking van deurklinken en trapleuningen (8 procent).

Advies: activeer enthousiasme onder bezoekers voor betere ticketverkoop na lockdown
Tussen de lockdowns ontvingen de meeste musea en theaters veel minder bezoekers dan zij veilig konden verwelkomen. Merkadviseur Hendrik Beerda denkt dat er voor de cultuurorganisaties op dat vlak winst te boeken is: ‘Doe er als cultuurorganisatie alles aan om het enthousiasme van de bezoekers zichtbaar te maken op social media. Recent onderzoek met de Universiteit van Amsterdam en de Universiteit Twente laat zien dat vooral museumbezoekers te weinig mogelijkheden zien om hun museumervaringen te delen via Facebook en andere social media. Als de musea weer mogen openen, is het raadzaam om hieraan iets te doen en bijvoorbeeld coronaveilige selfie-plekken te creëren waar de bezoeker het museum in het zonnetje kan zetten.’

Onderzoek onder 340.000 respondenten sinds 2010
Het Continu Bezoekersonderzoek is in 2010 met de Universiteit van Amsterdam ontwikkeld. Sindsdien zijn 340.000 respondenten ondervraagd over hun bezoek aan Nederlandse musea, (film)theaters en festivals. In het onderzoek wordt cultuurbezoekers in detail gevraagd naar hun beoordeling van de bezochte organisatie en de bezoekervaring. Na de heropening van een deel van de cultuurorganisaties in juni 2020 is bezoekers ook gevraagd naar hun gevoel van veiligheid. Dit onderzoek over het veiligheidsgevoel is een vervolg op het nationale onderzoek onder cultuurbezoekers dat in mei 2020 is uitgevoerd.

Oranje Leeuwinnen verslaan Ajax in populariteitswedstrijd

Bron: persbericht Sportsector Merkenonderzoek 2020

In de lijst met favoriete sportteams scoort het Nederlands voetbalelftal Vrouwen beter bij het Nederlandse publiek dan Ajax, blijkt uit het Sportsector-Merkenonderzoek van Hendrik Beerda Brand Consultancy. Max Verstappen is de meest favoriete sporter. Opvallend is de negende plek van Klaas-Jan Huntelaar. De Ajacied stond ook tien jaar geleden samen met 5 andere voetballers in de top 10 lijst. Anno 2020 is hij de enige voetballer in deze ranglijst. Ook Ireen Wüst en Anky van Grunsven staan na 10 jaar weer in de top 10 van favoriete sporters. Aan het onderzoek deden 13.000 Nederlanders mee sinds 2010.

Advies aan KNVB: zet de Oranjevrouwen in de spotlights om voetbal populairder te maken
Merkadviseur Hendrik Beerda; ‘Op dit moment kent de Nederlander nog geen enkele topvoetbalster van naam. Dat is jammer en eigenlijk ook onnodig. Want naast de sterke prestaties worden de Oranje-vrouwen onder zowel vrouwen als mannen geroemd om hun sympathieke imago. Juist omdat de sport van oudsher veel populairder is onder mannen, is dit een heel waardevol inzicht. Dus om de populariteit van voetbal te verbeteren, moeten de Oranje-dames veel meer in de spotlights worden gezet. Meer zendtijd op TV, meer deelname aan bekende social media platformen en meer campagnes. En uiteraard goed blijven presteren!’

Nederlandse sportclubs en -teams met de sterkste reputatie* in 2020

  1. Nederlands voetbalelftal Vrouwen
  2. Ajax
  3. Feyenoord
  4. Nederlands voetbalelftal Mannen
  5. PSV
  6. AZ
  7. Vitesse
  8. Sparta Rotterdam
  9. FC Twente
  10. FC Utrecht

*Reputatie is gemeten op 3 de pijlers van merkkracht: naamsbekendheid, waardering en binding

Fietsen en schaatsen zijn even populair als voetbal
Dat de voetbalsector wel een imago-boost kan gebruiken blijkt uit een vergelijking met andere sporten. Fietsen en schaatsen blijken net zo’n sterke reputatie te hebben als de voetbalsport. Maar voetbal wekt vooral een ruig en weinig sympathiek beeld op bij de brede bevolking. Wel staat voetbal met stip op de eerste plek als het gaat om de internationale allure. Ruim vóór wielrennen en schaatsen. De achterban van de drie belangrijkste sporten verschilt vooral qua leeftijd en geslacht. Voetbalfans zijn vooral vaak man en dertiger. De grootste liefhebbers van fietsen en schaatsen zijn 55-plus.

Sporten met de sterkste reputatie* in 2020 (index; sport met de sterkste reputatie = 100)

  1. Voetbal (index: 100)
  2. Fietsen (100)
  3. Schaatsen (100)
  4. Wandelen (98)
  5. Zwemmen (95)
  6. Wielrennen (94)
  7. Atletiek (91)
  8. Tennis (91)
  9. Wintersport (86)
  10. Gymnastiek (86)

Minder Nederlandse voetbalhelden
Dat het Nederlandse hart steeds minder snel gaat kloppen van het Nederlandse voetbal blijkt uit de verschuivingen in de lijst van favoriete topsporters in de afgelopen tien jaar. In 2010 stonden Edwin van der Sar, Ruud van Nistelrooy, Rafael van der Vaart, Klaas-Jan Huntelaar, Arjen Robben en Dirk Kuijt nog in de top 10. Anno 2020 is Klaas-Jan Huntelaar de enige voetballer in deze ranglijst. Max Verstappen is nu de favoriete sporter van Nederland.

Nederlandse topsporters met de sterkste reputatie* in 2010

  1. Edwin van der Sar
  2. Sven Kramer
  3. Marianne Timmer
  4. Ruud van Nistelrooy
  5. Anky van Grunsven
  6. Rafael van der Vaart
  7. Ireen Wüst
  8. Klaas-Jan Huntelaar
  9. Arjen Robben
  10. Dirk Kuijt

Nederlandse topsporters met de sterkste reputatie* in 2020

  1. Max Verstappen
  2. Sven Kramer
  3. Epke Zonderland
  4. Ireen Wüst
  5. Rico Verhoeven
  6. Dafne Schippers
  7. Anky van Grunsven
  8. Tom Dumoulin
  9. Klaas-Jan Huntelaar
  10. Michael van Gerwen

Onderzoek onder 13.000 respondenten sinds 2010
Het Sportsector Merkenonderzoek is in 2010 met de Universiteit van Amsterdam ontwikkeld. Sindsdien zijn 13.000 respondenten van 18 jaar en ouder ondervraagd over de reputatie van alle organisaties en professionals die in de Nederlandse sportsector actief zijn. De reputatie van de 25 meest beoefende, georganiseerde sporten wordt ook gemeten. Het onderzoek wordt in eigen beheer uitgevoerd en heeft dus geen opdrachtgever of andere belanghebbende.

Jan des Bouvrie was de nummer één creatieve professional van Nederland

Bron: persbericht Cultuursector Merkenonderzoek 2010-2020

Interieurontwerper Jan des Bouvrie had niet alleen onder zijn vakgenoten de sterkste naam. Hij stak ook met kop en schouders boven alle Nederlandse beeldend kunstenaars en architecten uit. Dit blijkt uit het Cultuursector-Merkenonderzoek van Hendrik Beerda Brand Consultancy. Sinds 2006 wordt onderzoek gedaan naar de merkkracht van de Nederlandse cultuursector waaraan 98.000 Nederlanders hebben deelgenomen.

‘Misschien niet de beste, maar wel de beroemdste’
‘Misschien was Des Bouvrie niet eens de beste in zijn vak, maar hij wist zich wel verreweg het beste te verkopen’, aldus merkadviseur Hendrik Beerda op basis van de onderzoeksresultaten uit het afgelopen decennium. ‘Des Bouvrie was steevast de bekendste, maar ook de degelijkste en meest zelfverzekerde professional in de creatieve sector. Zijn zelfverzekerde uitstraling had echter ook een keerzijde. Op de sympathie-factor behaalde de ontwerper de laagste score.’

Wat creatieve professionals van Jan des Bouvrie kunnen leren
‘Vooral beeldend kunstenaars kunnen veel leren van Jan des Bouvrie’, aldus Beerda. ‘Op dit moment kan de gemiddelde Nederlander geen enkele naam van een levende, Nederlandse kunstenaar noemen. Om succesvol te zijn moet je als kunstenaar ook tijd en energie in je publiciteit stoppen. Dat wist Des Bouvrie als geen ander. Dit betekent uiteraard niet dat kunstenaars nu alle mediagenieke societyfeestjes moeten gaan aflopen. Het gaat er juist om dat ze de publiciteit zoeken in een omgeving die past bij hun werk.’

Architecten, beeldend kunstenaars en ontwerpers (m/v) met een nationale reputatie* in 2020 + hun positie in 2010

  1. (1) Jan des Bouvrie
  2. (4) Viktor & Rolf
  3. (5) Mart Visser
  4. (-) Jan Taminiau
  5. (8) Addy van den Krommenacker

*Reputatie is berekend op basis van de onderzoeksfactoren naamsbekendheid, waardering en binding onder de totale Nederlandse bevolking boven 18 jaar

Onderzoek onder 98.000 respondenten sinds 2006
Het Cultuursector Merkenonderzoek is in 2006 met de Universiteit van Amsterdam ontwikkeld. Sindsdien zijn 98.000 respondenten ondervraagd over het draagvlak van de Nederlandse cultuursector en over de waardering en reputatie van alle cultuurinstellingen, kunstenaars en artiesten. Het onderzoek wordt in eigen beheer uitgevoerd en heeft dus geen opdrachtgever of andere belanghebbende.